In de verzamelingenleer is oneindigheid het bestaan van een element dat altijd méér betekent. In een verzameling van getallen, bijvoorbeeld, is het een getal dat een grotere waarde heeft dan elk ander getal. De definitie gaat ongeveer zo: noem eender welk getal. Oneindig is dan groter. In de leer van een mensenleven handelt de precieze definitie van oneindigheid over een dag die altijd de volgende is. Binnen die context gaat de definitie ongeveer zo: neem vandaag. Dan is er altijd morgen.
Op die manier was het eenvoudig. Ik hoefde me geen oneindigheid in te beelden, alleen de zekerheid van altijd komende dagen. Morgen is er nog een dag. Een dag voor mezelf en een dag voor iedereen die hem hebben wil, en dus vanzelfsprekend ook een dag voor haar. Oneindigheid, dat was onmogelijk te verbeelden; maar ze was er morgen, en er zou altijd een morgen voor haar zijn. In de verzamelingenleer is overaftelbaarheid de term voor een verzameling die niets of niemand kan tellen. De reële getallen zijn overaftelbaar, je kan proberen ze te tellen, een, twee, maar tussen een en twee zitten al oneindig veel getallen, voor alles tussen een en één komma een geldt hetzelfde, en zo gaat het door. Overaftelbaar oneindig is een oneindig soort oneindig. In een mensenleven is het het gevoel van tijd dat hoort bij klein en nieuw zijn, de tijd waarin ik haar op langgerekte zomerdagen steeds weer kon vragen naar iets wat ik nog zou kunnen doen. Ze deed dan haar best werkelijk alles te verzinnen waar ik helemaal geen zin in had, zodat ze daarna tevreden vanuit het keukenraam kon toezien op mijn verveling. Zo moest het zijn. Een overschot aan tijd, een oneindig aantal uren met daarin een eindeloos aantal minuten, tot er iemand de onvolprezen moeite neemt je met de striktheid van de klok en de gehele gregoriaanse kalender op te zadelen. Daarna verbleekt de overaftelbaarheid snel.
Er breekt uiteindelijk een periode van werk en geworstel met te korte dagen aan, maar zolang het verder goed met je gaat hou je toch een aftelbaar oneindig wereldbeeld over: een verzameling dagen als de gehele getallen, het is de ene dag en dan plots alweer de volgende, maar het geeft nauwelijks, er zijn er genoeg. Je kan de tijd tellen maar toch raak je nooit uitgeteld, dat is aftelbare oneindigheid. Het is de laatste vorm van oneindigheid voor de breuklijn. Eens daar voorbij ligt het besef van eindigheid. Vroeg of laat verzeil je ongewild aan de overkant, door een brutale duw van de dood, niet je eigen dood, maar de door en door beleefde dood van een ander. Een dood waarna je nog steeds regelmatig ademt, een dood waarna je nog steeds leeft. Gehavend. Natuurlijk weet bijna iedereen dat elk leven ergens begint en ergens eindigt. We raken het sociaal-religieus-adminstratief-cultureel niet eens over de precieze startdatum of over het precieze eind, de bevruchting, de twaalfde week, de geboorte, stille hersenen, een hart dat stopt, een jarenlange verdwijning, het moment waarop iemand niets of niemand nog herkent. Maar we weten dat het ergens begint en ergens eindigt. Blijft het verschil tussen weten en beseffen, het verschil tussen voor en na de breuk, de afstand tussen alle vormen van oneindig en de eenvoudige eindigheid. En dan het eindeloos verdriet.
Je kan aan het eind van onze straat de begraafplaats binnenwandelen, onderdoor de grote, plechtige poort, langs de door mos overwoekerde praalgraven en de beelden die ernaast vol pathos naar de hemel staren, hier en daar mist er eentje een neus of een arm. Deze dagen is het vreemd, de hitte zindert als nooit tevoren en toch lijkt het door het vallen van een paar schriele bladeren al herfst. Voorbij het monument van de gevallen soldaten kom je als vanzelf bij de open plek onder de beukenbomen waar haar lichaam ligt, het lichaam dat mij baarde, het ligt daar onder een meter zandige aarde voor je voeten te vergaan. Haar verrotte resten vormen voor mij het sluitende bewijs: er is geen element dat altijd meer betekent. Onze dagen zijn niet overaftelbaar, en ook niet gewoon aftelbaar. Ze zijn godverdomme geteld.
Hier heb IK geen woorden voor, het snijdt alleen diep in mijn hart
LikeLike